top of page
Foto van schrijverLise-Lotte

UPV: een korte introductie over uitgebreide producenten-verantwoordelijkheid

Uitgebreide producentenverantwoordelijkheid… Een hele mond vol, dus vanaf nu: UPV. In onze transitie naar een circulaire economie speelt UPV een belangrijke rol: producenten zijn niet alleen verantwoordelijk voor het maken van producten, maar ook voor het (laten) verwerken van het afval dat deze producten genereren nadat de consument ze heeft gebruikt. Maar hoe werkt het precies? En wat betekent UPV voor jouw bedrijf? We leggen ’t uit!


Nederland circulair in 2050

Het doel van de Nederlandse overheid is om in 2050 een volledig circulaire economie te zijn. Dat is groot! En het heeft verregaande gevolgen voor onze relatie met grondstoffen.


Afval bestaat niet in een circulaire economie. Ieder product en iedere grondstof blijven zo lang mogelijk in de economie. In een ideale wereld worden producten zoveel mogelijk gedeeld. Denk aan deelmobiliteit of het delen van gereedschap met de buren. Daarna is het verlengen van de levensduur van producten het meest wenselijk. Gevolgd door het hergebruiken van producten of het herdistribueren ervan als de eigenaar ze niet meer gebruikt. De vierde optie in de hiërarchie is opknappen en herfabriceren. Als al deze opties niet (meer) mogelijk zijn, dan worden materialen gerecycled.


Samengevat ziet deze hiërarchie er zo uit:


Flow-chart waarin de circulaire economie wordt geduid

Uitgebreide producentenverantwoordelijkheid essentieel onderdeel van de circulaire economie

Een circulaire economie kan niet alleen leunen op consumenten die de juiste beslissingen maken. Door bijvoorbeeld hun laptop te laten repareren en geen nieuwe te kopen. De sleutel tot een circulaire economie ligt bij de producenten. Het is hun verantwoordelijkheid om repareerbare laptops te maken (en ze te repareren), ervoor te zorgen dat de levensduur zo lang mogelijk is, en ervoor te zorgen dat ze uit makkelijk te recyclen onderdelen bestaan (en ze te recyclen).


Dit komt allemaal samen in het concept ‘uitgebreide producentenverantwoordelijkheid’ (UPV).

Als je erover nadenkt, is UPV heel logisch. Bedrijven worden financieel en vaak ook organisatorisch verantwoordelijk voor het afval dat hun producten op de markt brengt. Met het idee dat zij zo geprikkeld worden om hun producten zo circulair mogelijk te ontwerpen: repareerbaar, herbruikbaar en recyclebaar. In de praktijk zitten hier nog heel wat haken en ogen aan (en gaten in) - daar komen we zo nog even op.

 

Aan Niels Ahsmann, adviseur circulaire economie bij KplusV, stelden we de vraag: is UPV in de basis een goed idee, wat jou betreft?

"De gedachte om verantwoordelijkheid te leggen bij producenten voor datgeen ze op onze markt afzetten groeit. De UPV is in de basis een geschikt instrument voor een overheid om deze verantwoordelijkheid om te zetten in een verplichting en tegelijkertijd een gelijk speelveld te creëren.”

 

In een economie zonder UPV, zijn producenten verantwoordelijk totdat een product de winkel verlaat (tenzij er sprake is van garantie, dan zijn ze ook deels verantwoordelijk voor de gebruiksfase). De gemeente - en dus de belastingbetaler - en de planeet dragen de kosten van afval, niet de producent. Best maf eigenlijk.


Met constant en keihard groeiende afvalbergen overal ter wereld (maar met name ver buiten ons Westerse zicht- en reukveld), is het inmiddels ook wel duidelijk dat dit niet houdbaar - niet duurzaam - is.


UPV in de praktijk

Wat betekent voldoen aan UPV voor bedrijven? Producenten (daaronder vallen ook importeurs) kunnen individueel of collectief aan de UPV voldoen. Voor sommige producten heeft de overheid bepaald dat er collectief actie moet worden ondernomen. Producenten betalen dan een bijdrage aan een organisatie die de uitvoering van UPV voor hen regelt.


Denk bijvoorbeeld aan het Afvalfonds Verpakkingen – voor alle bedrijven die verpakkingen op de markt brengen – en Stichting Batterijen (Stibat) voor accu’s en batterijen.


Producenten en importeurs van batterijen betalen dan aan Stichting Stibat. Stibat zorgt er vervolgens voor dat winkels die batterijen verkopen een inzamelbak krijgen die wordt opgehaald als deze vol is. En de verpakkende sector betaalt aan het Afvalfonds, dat op haar beurt gemeenten betaalt voor het verwerken van verpakkingsafval.


Kleding aan een rek
Beeld: Nick de Partee

Voor andere sectoren is UPV een stuk nieuwer en zijn deze processen en collectieven dus nog niet ingericht. Dit geldt bijvoorbeeld voor de textielsector, waarvoor sinds 1 januari van dit jaar de UPV geldt. Producenten van kleding en huishoudtextiel worden daarmee verantwoordelijk voor de recycling en voorbereiding voor hergebruik van textielproducten.


Vraagtekens en uitdagingen

UPV-regelingen zijn wel degelijk bedoeld om producenten ertoe aan te zetten om vanaf stap één in het productieproces na te denken over de impact van het product; van wieg tot graf (cradle-to-grave). Circulair ontwerpen dus.


Het is de vraag of de huidige UPV-regelingen dit ook teweegbrengen. Enerzijds omdat de tarieven dusdanig laag liggen, dat het waarschijnlijk nog nauwelijks aanzet tot het écht anders ontwerpen en maken van producten.


Ook wordt er nog niet met verschillende tarieven gewerkt, waardoor je als producent minder betaalt als de “recyclebaarheid” van je afvalstromen groter is. Volgens het “de (grootste) vervuiler betaalt (meer)” principe.


Bovendien dekt UPV nog niet alle grondstofstromen. Dat is zonde van de grondstoffen die nu verloren gaan in het restafval. Bovendien is het voor deze stromen nog steeds de gemeente (en dus belastingbetaler) die de meeste kosten voor nascheiding en verwerking betaalt.

 

Zowel bij bedrijven als beleidsmakers spelen er dus nog genoeg vragen. Niels doet ook een duit in het zakje.

"Belangrijk aandachtspunt bij een UPV zijn de doelstellingen die je toepast. Zet je enkel doelstellingen op de achterkant van de keten of ook op de voorkant? Werk je met tariefdifferentiatie aan de voorkant?


Daarnaast dien je als overheid het instrument UPV in een grotere context en tijdlijn te plaatsen. Hoe laat je de doelstellingen binnen een UPV over tijd meebewegen? En houd je een UPV voor altijd in stand of zet je het in als 'transitie-instrument' om toe te werken naar een nieuw systeem?"

 

Kortom, we zijn d’r nog niet. Maar wat ons betreft is de richting juist. En ook: onvermijdelijk.



Aan de slag met circulariteit

Of er nu wel of (nog) geen UPV-regeling geldt voor jouw producten: het loont om in deze veranderende wereld aan de slag te gaan met circulariteit. Door de vraag “hoe ziet ons bedrijf eruit als we circulair zouden zijn” op tafel te leggen, bekijk je je producten en processen in een ander licht. Met ongetwijfeld tal van inspirerende en ook haalbare ideeën tot gevolg.


Hoe dichtbij of ver weg is closing the loop voor jullie? Welke stappen kunnen jullie zetten om (nog) meer verantwoordelijkheid te nemen voor de producten die jullie de wereld in brengen, van grondstof tot graf? En wat brengt het ‘t bedrijf en jullie belanghebbenden - medewerkers, klanten, planeet, de gemeenschap, aandeelhouders - wanneer jullie hier actie op ondernemen?


Omdat Nederland in 2050 volledig circulair moet zijn, is er uiteindelijk geen ontkomen aan. Maar wachten totdat je móét is om tal van redenen onverstandig en weinig inspirerend. Dus, waar wacht je nog op?



Comments


bottom of page